Nederlanders betalen een forse prijs voor het ‘succes’ van hun landbouw

De huidige intensieve wijze van voedselproductie is niet langer houdbaar en gaat ten koste van het landschap, de natuur, de bodemkwaliteit, de biodiversiteit, het milieu en de volksgezondheid. Nederland teert in op zijn maatschappelijke vermogen. De boeren zelf profiteren evenmin van deze bedrijfsvoering. Het is hoog tijd voor een koerswijziging.

Na WOII is de voedselproductie in Nederland sterk toegenomen en verbeterd. Onder het motto ‘nooit meer honger’ werd productieverhoging en schaalvergroting de centrale doelstelling. De landbouw moest doelmatiger en intensiever. Voedselproductie werd geïndustrialiseerd, met als uiteindelijk doel: de productie van voldoende voedsel van een hoge kwaliteit voor een lage prijs.

Ook zou de inkomenspositie van de boeren moeten verbeteren. De winst van dit succesverhaal is een ongekend grote variatie aan voedingsmiddelen van hoge kwaliteit, tegen een lage winkelprijs. Het percentage van ons inkomen dat we uitgeven aan voedsel is gedaald van 39% in 1950 naar zo’n 11% nu.

De boeren hebben in eerste instantie kunnen profiteren van de landbouwsuccessen, maar de laatste jaren staat het inkomen onder druk. De inkomenspositie van boeren is veel minder goed dan je zou verwachten. Ze gaan gebukt onder hoge financiële lasten en hebben een relatief laag inkomen. Het aantal boeren als aandeel van de beroepsbevolking is bovendien sterk teruggelopen: van 20% in 1950 tot 1,4% nu.2 Uit gebrek aan opvolgers of toekomstperspectief stoppen veel boeren met hun bedrijf. Collega-boeren uit de omgeving nemen de grond en dier- en milieurechten vaak wel over, maar niet de opstallen; die komen in rap tempo leeg te staan.

De maatschappelijke keerzijde van het succesverhaal van de Nederlandse landbouw is de immense impact die de huidige intensieve landbouw heeft op ons landschap.

  1. Grote delen van het landschap zijn onherkenbaar veranderd. Sinds 1900 is maar liefst 50% van de lijnvormige cultuurhistorische elementen als sloten, houtwallen, houtsingels en graften verdwenen.
  2. Het is stil geworden op het platteland doordat het aantal boerenlandvogels sinds 1960 met 60-70% is teruggelopen.
  3. De hoeveelheid insecten is meer dan gehalveerd, evenals de biodiversiteit op landbouwgronden.
  4. Dierziekten duiken overal op, met gevaar voor dier en mens.
  5. De kwaliteit van de bodem en het oppervlaktewater is bijna overal slecht.
  6. De kwaliteit van de lucht in grote delen van Nederland ook.

Oorzaken van deze verslechteringen in de kwaliteit van het landschap zijn onder andere de grote hoeveelheid mest die op het land wordt gebracht, het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, gebruik van steeds grotere en zwaardere machines, diepere ontwatering en het scheuren van bodems. Andere oorzaken zijn het dempen van sloten, intensiever agrarisch gebruik van randen van akkers en weilanden, het verdwijnen van overhoekjes en het toepassen van monoculturen van gras. Tenslotte spelen ook het te vroeg maaien van graslanden (waardoor jonge weidevogels niet overleven) en het functieverlies van groene landschapselementen op kavels en perceelsgrenzen een rol, waardoor ze uiteindelijk vaak verdwijnen.

Nederlanders betalen dus een forse prijs voor het ‘succes’ van hun landbouw. En ook elders, waar bijvoorbeeld ons veevoer vandaan komt, wordt een prijs betaald. De prijzen in de supermarkt zijn weliswaar laag, maar de verborgen maatschappelijke kosten zijn erg hoog. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat het om vele miljarden per jaar.Veel van deze kosten komen uiteindelijk voor rekening van de belastingbetaler. Nederland teert in op zijn maatschappelijk vermogen: de huidige intensieve landbouw gaat ten koste van de kwaliteit van het water en de lucht, de biodiversiteit, het landschap en cultuurhistorische waarden en uiteindelijk ook de menselijke gezondheid. Nederland staat op een keerpunt. Zoals er nu geboerd wordt, is niet langer houdbaar en maatschappelijk onaanvaardbaar.

Naast de noodzakelijke transitie van de landbouw staat het platteland ook nog voor andere grote maatschappelijke opgaven: klimaatverandering, de wateropgave, energietransitie, bouwen in het groen, maar ook de vergrijzing en bevolkingsafname vragen om verregaande aanpassing van de inrichting en organisatie van het landelijk gebied.

Bron: Panorama Nederland en CBS

Met name organisaties buiten de keten zetten zich in voor natuurinclusieve landbouw

Wij hebben een overzicht gemaakt van (bijna) alle organisaties die zich in Fryslân bezighouden met natuurinclusieve landbouw (NIL). Deze taak heeft LLF op zich genomen om het speelveld beter in kaart te krijgen, duidelijkheid voor zichzelf en andere partijen te creëren en om daarmee gezamenlijk rol en focus te bepalen.

De inventarisatie is gedaan op verschillende onderdelen:

  1. Doel
  2. Focus
  3. Doelgroep
  4. Houding
  5. Activiteit
  6. Verhouding in/tot keten.

Voor veel organisaties is betrokkenheid bij natuur en landschap de belangrijkste drijfveer om zich bezig te houden met NIL, hoewel er ook een derde deel van de organisaties vooral betrokken is vanuit de drijfveer voedsel en gezondheid. Ruim driekwart van de organisaties heeft een technische focus, terwijl een kwart sterker gericht is op financieel economische vragen. De boer is de belangrijkste doelgroep van de organisaties, gevolgd door de burger/consument. Twee derde van de organisaties in het overzicht heeft een sterke affiniteit met NIL of is er zelfs voor opgericht. De overige organisaties spelen wel een rol, maar stellen zich min of meer neutraal op. In het schema ‘Keten’ is te zien dat het vooral partijen (70%) buiten de landbouwketen zijn die zich met NIL bezighouden.

De analyse van de organisaties is gekoppeld aan een analyse van de veranderingen in de landbouw en de ontwikkelingen binnen een transitieperiode. Op basis van deze uitkomsten is de rol en positionering van LLF gebaseerd. Ook andere organisaties kunnen op basis van deze inventarisatie beter hun rol en positie bepalen, waardoor we gezamenlijk krachtiger worden en in de provinsje Fryslân een versnelling naar NIL weten te realiseren. Op deze wijze wordt de ambitie van de provincie om in 2025 natuurinclusief te zijn veel realistischer.

Klik hier voor de link naar alle visuals (taartdiagrammen) die zijn uitgewerkt op basis van diverse indelingen.

Klik hier voor het uitgebreide document waarin we uitleg geven over het volgende:

  1. Wat is er momenteel aan de hand in de landbouw?
  2. De verschillende niveaus die te onderscheiden zijn in de transitie
  3. De verschillende bedrijfsketenoriëntaties en de marktbenadering
  4. Fasen in transitie
  5. Overzicht van organisaties en activiteiten.

 

Kick off project: Bodem in Balans

Gisteren vond de kick off plaats vh project Bodem in Balans. Eén van de nieuwe projecten waar Living Lab Fryslân een bijdrage aan levert. De andere betrokken partijen zijn: @staatsbosbeheer @enablemibv , Friesch Grondbezit, het adviesbureau van Johannes Bakker en bedrijfsecoloog René Jochems.

Minimaal 30 bedrijven worden de komende 2 jaar actief gecoacht dmv trainingen, workshops en demonstraties. Bemonstering van hun land vindt in de winter plaats. Zo wordt gestimuleerd om meer in balans met de bodem de bedrijfsvoering op te pakken, de boeren krijgen advies op maat. Dit helpt enorm om doorbraken op het gebied van natuurinclusieve landbouw te creëren. De subsidieverstrekker v dit project is #SNN

Mengsels en Management

In het experiment Mengsels en Management binnen het project Koeien en Kruiden onderzoeken we hoe kruidenrijk grasland het beste aangelegd en beheerd kan worden. Op Dairy Campus (kleigrond) hebben we in augustus 2017 een kruidenproef ingezaaid met drie verschillende mengsels.

Deze drie mengsels zijn onderworpen aan vier verschillende beheren: combinaties van wel of geen uitgestelde maaidatum en verschillende bemestingsniveaus.

 

Afgelopen week zijn er metingen gedaan naar insecten en de botanische samenstelling van de plots. Doel is om inzichtelijk te krijgen wat de invloed is van het beheer op de ontwikkeling in de soortensamenstelling van het kruidenrijk grasland.
De proef wordt uitgevoerd door het Louis Bolk Instituut in samenwerking met Van Hall Larenstein en Dairy Campus.

Op de bovenste foto vindt een meting plaats van de vegetatiestructuur. De tweede foto is genomen vh proefveld vh project Koeien & Kruiden.

Meer info: https://www.dairycampus.nl/…/Lopend…/Koeien-en-Kruiden-1.htm

Verkennend onderzoek naar emissie arme stallen

Wij zijn bezig met een verkennend onderzoek om meer duidelijkheid te verkrijgen over emissie arme stalsystemen en een gedegen advies te kunnen verstrekken. Inmiddels hebben een paar partijen in Nederland hun ideeën hierover al geconcretiseerd in werkende systemen. O.a. A&S Techniek BV uit Bergum is hier samen met Bevepro uit Emmen mee bezig.

Zij hebben een mestscheiding systeem ontwikkeld, dat bestaat uit rubber matten, die over de bestaande roosters van een ligboxenstal gelegd kunnen worden. De urine zakt door de tegel in de kelder en de mest wordt weggeschoven.
De essentie van het systeem is de tegel. De emissiewaarde Ammoniak is 3,9, dat is lager dan andere systemen.

Op wo 16 april is een groep boeren/adviseurs bij A & S in Burgum geweest, bij Oane de Boer. Oane heeft toen uitgelegd hoe het werkt.

Dit systeem ligt al twee jaar, goed werkend, bij de boerderij van Freek van Leeuwen in Zoeterwoude. Daar is de groep op 26 april op bezoek geweest + bij Jeroen van der Kooij in Maasland. Jeroen heeft de tegels vanaf januari in zijn jongvee stal. Hij gaat zijn grote stal er ook mee inrichten. Deze excursie was georganiseerd door Johannes Bakker Advies.

Nog iets moois aan dit systeem: ‘de jarrekolk’ ruikt net zo als vroeger bij pake. Theo Mulder BV en Johannes Bakker liggen op knieën om in de kolk te kijken en te ruiken.

Vanuit LLF zijn we niet alleen bezig met de stal, maar ook met de opslag en het uitrijden van de mest en gier. Dit doen we in samenwerking met Wageningen University & Research

Terugblik op Masterclass Melkkwaliteit

Op 18 april jl. organiseerden we een Masterclass over Melkkwaliteit; Wat is het effect van bedrijfsvoering en rantsoen op de melksamenstelling?

Sprekers:

  • Wiebren van Stralen, voormalig Programmaleider bij Living Lab Fryslân kwam als eerste aan bod. Sinds september vorig jaar is Wiebren Strategisch Programmamanager bij Friesland Campina. Wiebren stuurt bij Friesland Campina op de pijler Duurzaamheid en probeert dit in zoveel mogelijk facetten binnen het bedrijf door te voeren. Wat betekent Duurzaamheid in relatie tot de melkkwaliteit? Hoe kijkt een marktpartij als Friesland Campina hier tegenaan en welke rol wil / gaat het bedrijf spelen op dit gebied in relatie tot boer en consument?
  • Marije Strikwold, onderzoeker bij Hogeschool van Hall Larenstein was de tweede spreker, ze is bezig met een onderzoek naar melkkwaliteit in relatie tot weidegang en rantsoensamenstelling. Doel is onder andere om te kijken of inhoudstoffen in kruiden op het grasland terug te zien zijn in de melksamenstelling. Ze vertelt over de inzichten die tot nu toe zijn opgedaan.

Klik hier voor de terugblik en highlights van de Masterclass

Perspectief voor landbouw: nieuwe doorzaaimachine zorgt voor kruidenrijk grasland

Een terugblik op de Kennis- & Demosessie AWM Optiseeder op dinsdag 5 maart jl.

AWM Optiseeder in actie

Maandag viel de regen nog met bakken uit de lucht, dinsdagochtend zagen de weersomstandigheden er ook nog niet goed uit, maar ‘s middags brak gelukkig de zon op volle sterkte door! Daardoor kon de demo ’s middags op locatie Dairy Campus doorgaan waarbij de nieuwe doorzaaimachine AWM Optiseeder werd gedemonstreerd voor zo’n vijftig belangstellenden.

De AWM Optiseeder is een doorzaaimachine die het mogelijk maakt eenvoudig, snel en met behoud van de bestaande grasmat kruiden en klavers door te zaaien. Naast meer biodiversiteit zorgen kruiden voor meerwaarde op het bedrijf. Denk aan: stikstofbinding klavers, mineraleninhoud, koegezondheid en beworteling kruiden (chichorei, smalle weegbree).

Start met Kennissessie

We startten de middag om 13.45 met een inleiding door Theun Vellinga, programmaleider Living Lab Fryslân en Aanjager Landbouw bij Circulair Friesland. Hierna kwam Joost Mulder van Mulder Agro aan het woord die uitleg bij het programma van deze middag gaf. Klaas Westerhof vertelde over de techniek en ontwikkeling van de machine. Anne Jansma van Living Lab Fryslân lichtte de kennissessies en Masterclasses toe die dit voorjaar worden gehouden en Theo Mulder gaf een levendige presentatie over het belang van biodiversiteit.

Demo

De demonstratie van de machine vond op een perceel van Dairy Campus plaats. Siebe Kinderman demonstreerde de werking van de doorzaaimachine in meerdere werkbanen. De belangstellenden zijn zichtbaar onder de indruk over de werking, en zien de potentie. Wel wordt duidelijk dat de zware kleigrond nog net iets te nat was voor een optimale werking van de machine.

Na de demo start binnen de plenaire discussie. Wat zijn de ervaringen tot nu toe? Wat voor effect had het natte land op de resultaten die de machine liet zien? Hoe zorg je er als boer voor dat de   kruiden zich succesvol ontwikkelen en in het grasland blijven?

Hoe werkt de machine?

Om het ontwikkelen van kruidenrijk grasland te stimuleren is het van belang dat de kiemomstandigheden voor kruiden zo optimaal mogelijk zijn. De AMW Optiseeder kan hierbij ondersteunen, doordat het gleufjes met zwarte grond creëert waar het zaad wordt opgelegd. Hierdoor hebben de kruiden een grotere kans om te kiemen en zich succesvol te vestigen in de bestaande grasmat. De techniek is gebaseerd op een lezing van Maarten Stapper uit Australië, georganiseerd door Mulder Agro. Tot nu toe is men gewend om grasland te scheuren en vervolgens in een zwart zaaibed in te zaaien. Maar de wens is om deze grondbewerking te voorkomen om het verlies aan organische stof te verminderen. De machine is zo gemaakt dat het weinig trekkracht vraagt en de machine kan met een relatief hoge snelheid ingezet worden voor een hoge capaciteit.

Betrokken partijen

De machine is een ontwikkeling van AMW Mechanisatie uit Oenkerk en Siebe Kinderman, in samenwerking met Mulder Agro uit Kollumerzwaag. Mulder Agro heeft de eerste machine aangekocht en verhuurt de machine. Johannes Bakker van het gelijknamige bedrijf Johannes Bakker Advies heeft diverse partijen in het veld samengebracht deze middag. Living Lab Fryslân is facilitator van deze sessie, draagt zorgt voor de communicatiewerkzaamheden en stimuleert concrete oplossingen voor Natuurinclusieve landbouw in Fryslân.

Nieuwe Fase, nieuw logo

Met trots presenteren wij ons nieuwe logo dat uitdraagt waar Living Lab Fryslân 2.0 voor staat. Er is gekozen voor een strakke, bijna wiskundige vorm van een paardenbloem in combinatie met het losse van de wegwaaiende zaadjes; dit staat symbolisch voor de verandering binnen de landbouw. Wat binnen de gangbare landbouw eerder als onkruid werd gezien, wordt binnen de natuurinclusieve landbouw gezien als een waardevolle aanvulling en medicijn voor het vee.

Uitgangspunten zijn de Fibonacci verhouding die door groei zichtbaar wordt en de verzameling projecten die gezamenlijk een nieuw beeld en perspectief vormt. Een aantal elementen vinden hun eigen weg, ze waaien uit de structuur. Dit staat symbool voor vernieuwing en buiten de gebaande paden denken en het delen van de lessen die we uit de projecten halen met een grotere groep geïnteresseerden.

Kamille toont de 21 (blauw) en 13 (lichtblauw) spiralen. Dergelijke ordeningen met betrekking tot opeenvolgende Fibonacci-getallen komen voor in een grote variëteit aan planten.

Fibonacci was een Italiaanse wiskundige uit Pisa (1170). Hij heeft de bekende rij van Fibonacci bedacht die veel in de natuur voorkomt.

 

Inwoners van Fryslân geven een 8 voor het belang van duurzame voedselproductie!

Dit blijkt uit onderzoek van het Fries Sociaal Planbureau (FSP) onder 1828 leden van Panel Fryslân. De landbouwsector is van oudsher erg belangrijk voor Fryslân. Deze sector zorgt voor voedsel, bedrijvigheid en werkgelegenheid. Naast deze economische betekenis levert de landbouw ook een belangrijke bijdrage in de vormgeving van het Friese landschap. Ruim driekwart van het landoppervlak van Fryslân bestaat uit landbouwgrond (CBS, 2018).

Waar eerder schaalvergroting binnen de land-bouw het meest belangrijk was is tegenwoordig steeds meer aandacht voor verduurzaming van de sector. Denk hierbij aan discussies over biologische landbouw, natuur- en landschapsbeheer, milieu, weidevogels, biodiversiteit en de open ruimte. Duurzaamheid is een heel breed begrip en kan op velerlei manieren worden ingevuld. In deze rapportage gaan we in op duurzame landbouw in relatie tot het Friese landschap. Samen met de Fryske Akademy is een vragenlijst ontwikkeld om te achterhalen hoe de inwoners van Fryslân hier tegenaan kijken.

Bekijk de resultaten via de volgende link: Onderzoek Panel Fryslân – Duurzame landbouw en het Friese landschap.

Living Lab present in Eerste en Tweede Kamer deze week

Afgelopen week was er veel te beleven in Friesland tijdens de Soil Food Week. Daarnaast waren voorzitter van Living Lab Albert van der Ploeg en voormalig programmaleider Wiebren van Stralen in Den Haag om de kamerleden toe te spreken over natuurinclusieve landbouw.

Lees hier de toespraak van Wiebren van Stralen tijdens de bijeenkomst van Eerste Kamer en de statenleden van Friesland en Zeeland: Inleiding Eerste Kamer 10102018

Lees hier de inbreng van Living Lab Fryslan die voorzitter Albert van der Ploeg toelichte tijdens de rondetafel over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: Positionpaper Gemeenschappelijk Landbouwbeleid – Tweede Kamerhttps://www.tweedekamer.nl/…/document?…%20hoorzitting%2Frondetafelgesprek%2…