Afgelopen week zijn we actief aan de slag geweest met natuurinclusieve stallen. Wat is het precies? Aan de basis ligt de wens van de boer voor een andere bedrijfsvoering. Een meer natuurinclusieve melkveehouderij waar aandacht is voor de bodem en biodiversiteit. Mest is daar een belangrijk onderdeel van; hoe kunnen we zorgen voor een scheiding tussen mest en gier waardoor we weer goede meststoffen hebben voor de bodem? We denken mee over de vraag hoe de stal en met name de opslag van mest eruit moet zien om te zorgen dat we goede mest hebben en de emissies van ammoniak en broeikasgassen laag zijn.
Met één van de veehouders die op korte termijn wil bouwen, mensen van de ministeries van LNV en I&W, de provinsje Fryslân, Boerenverstand, Agro-Agenda Noord Nederland en Living Lab Fryslân hebben we de het gangbare systeem met drijfmest en het nieuwe bedrijfssysteem met vaste mest en gier vergeleken en beoordeeld op onder meer het sluiten van kringlopen, biodiversiteit, kosten, emissies en bodemkwaliteit. Daarvoor hebben we gebruik gemaakt van het instrument KringloopToets van Wageningen Livestock Research. De analyse leverde een duidelijke verbetering op voor bodem, biodiversiteit en emissies. Tegelijk bleek dat er ook nog een aantal vragen zijn die in praktijkonderzoek opgepakt moeten worden. Met LNV zijn we bezig om experimenteerruimte te verkrijgen voor een aantal boeren die zo’n stal willen bouwen. Twee van hen willen volgend jaar al concrete stappen zetten voor de bouw van een natuurinclusieve stal.
Aan deze stallen wordt een onderzoek gekoppeld waaruit zal blijken wat deze andere stallenvorm oplevert qua emissie-uitstoot e.d. Met een studiegroep gaan we in januari verder praten over de laatste ontwikkelingen en stand van zaken. Voor de studiegroep worden gericht mensen uitgenodigd. De resultaten daarvan worden gedeeld via de website van LLF. Op een later moment in 2020 organiseren we een bijeenkomst voor een bredere groep geïnteresseerden waar we de opgedane kennis en de volgende stappen bespreken .
Experimenteerruimte natuurinclusieve stallen
/1 Reactie/in Nieuws /door Carla BoonstraAfgelopen week zijn we actief aan de slag geweest met natuurinclusieve stallen. Wat is het precies? Aan de basis ligt de wens van de boer voor een andere bedrijfsvoering. Een meer natuurinclusieve melkveehouderij waar aandacht is voor de bodem en biodiversiteit. Mest is daar een belangrijk onderdeel van; hoe kunnen we zorgen voor een scheiding tussen mest en gier waardoor we weer goede meststoffen hebben voor de bodem? We denken mee over de vraag hoe de stal en met name de opslag van mest eruit moet zien om te zorgen dat we goede mest hebben en de emissies van ammoniak en broeikasgassen laag zijn.
Met één van de veehouders die op korte termijn wil bouwen, mensen van de ministeries van LNV en I&W, de provinsje Fryslân, Boerenverstand, Agro-Agenda Noord Nederland en Living Lab Fryslân hebben we de het gangbare systeem met drijfmest en het nieuwe bedrijfssysteem met vaste mest en gier vergeleken en beoordeeld op onder meer het sluiten van kringlopen, biodiversiteit, kosten, emissies en bodemkwaliteit. Daarvoor hebben we gebruik gemaakt van het instrument KringloopToets van Wageningen Livestock Research. De analyse leverde een duidelijke verbetering op voor bodem, biodiversiteit en emissies. Tegelijk bleek dat er ook nog een aantal vragen zijn die in praktijkonderzoek opgepakt moeten worden. Met LNV zijn we bezig om experimenteerruimte te verkrijgen voor een aantal boeren die zo’n stal willen bouwen. Twee van hen willen volgend jaar al concrete stappen zetten voor de bouw van een natuurinclusieve stal.
Aan deze stallen wordt een onderzoek gekoppeld waaruit zal blijken wat deze andere stallenvorm oplevert qua emissie-uitstoot e.d. Met een studiegroep gaan we in januari verder praten over de laatste ontwikkelingen en stand van zaken. Voor de studiegroep worden gericht mensen uitgenodigd. De resultaten daarvan worden gedeeld via de website van LLF. Op een later moment in 2020 organiseren we een bijeenkomst voor een bredere groep geïnteresseerden waar we de opgedane kennis en de volgende stappen bespreken .