Op onze poster Akkervogelrijk boerenland zijn verschillende beheersmaatregelen opgenomen. Maar hoe pas je die nu toe? Afhankelijk van het seizoen en de omstandigheden lichten we af en toe een maatregel uit. Deze keer is dat maatregel 1: Randenbeheer.
Bij veel boeren is de eerste snede inmiddels gemaaid. Op meerdere plekken in Friesland kun je zien dat er langs de slootkant randen van ca. 5 meter is blijven staan. Binnen het agrarisch natuur- en landschapsbeheer zijn dit jaar vanuit klimaat en water beheerpakketten afgesloten voor het randenbeheer. Hierbij wordt een strook van 5 meter langs de sloot niet bemest en pas na 15 juni gemaaid. Het is aantrekkelijk om bij het maaien de slootkant mee te maaien, maar juist op de overgang van water naar land zie je een grotere diversiteit aan planten en dieren. Bloeiende oeverplanten als kattenstaart en harig wilgenroosje bieden voedsel aan insecten en daarmee libellen en vogels. En eenden als de kuifeend maken in mei hun nest in de beschutte oeverzone. Daarbij geldt dat een bredere rand meer voordeel oplevert dan een smalle rand. Maar alleen al het laten staan van de oevervegetatie in de eerste meter naast de sloot kan voor de biodiversiteit al heel wat opleveren.
In de akkerbouw zorgt een kruidenrijke rand langs de sloot, of het aanleggen van een akkerrand voor dekking en voedsel aan akkervogels als de gele kwikstaart, fazanten en patrijzengezinnen. Een voordeel van akkerranden is dat plaagbestrijdende insecten zoals loopkevers, spinnen, sluipwespen en zweefvliegen voedsel en dekking vinden in de akkerrand en zich van daaruit over het perceel kunnen verspreiden en bijdragen aan de natuurlijke plaagbestrijding van bladluizen en andere plaaginsecten. Het versterken van de groenblauwe dooradering op het bedrijf en in het omliggende landschap heeft daarmee ook een potentieel effect op het versterken van de natuurlijke plaagbestrijding, waarmee het gebruik van pesticiden verminderd kan worden. Kies bij voorkeur voor meerjarige akkerranden, zodat insecten in de akkerrand kunnen overwinteren en de akkerrand in de herfst en winter ook voedsel biedt voor akkervogels.
Maatregel akkervogelrijk boerenland uitgelicht: Randenbeheer
/0 Reacties/in Nieuws /door Marijke van der ZwaagOp onze poster Akkervogelrijk boerenland zijn verschillende beheersmaatregelen opgenomen. Maar hoe pas je die nu toe? Afhankelijk van het seizoen en de omstandigheden lichten we af en toe een maatregel uit. Deze keer is dat maatregel 1: Randenbeheer.
Bij veel boeren is de eerste snede inmiddels gemaaid. Op meerdere plekken in Friesland kun je zien dat er langs de slootkant randen van ca. 5 meter is blijven staan. Binnen het agrarisch natuur- en landschapsbeheer zijn dit jaar vanuit klimaat en water beheerpakketten afgesloten voor het randenbeheer. Hierbij wordt een strook van 5 meter langs de sloot niet bemest en pas na 15 juni gemaaid. Het is aantrekkelijk om bij het maaien de slootkant mee te maaien, maar juist op de overgang van water naar land zie je een grotere diversiteit aan planten en dieren. Bloeiende oeverplanten als kattenstaart en harig wilgenroosje bieden voedsel aan insecten en daarmee libellen en vogels. En eenden als de kuifeend maken in mei hun nest in de beschutte oeverzone. Daarbij geldt dat een bredere rand meer voordeel oplevert dan een smalle rand. Maar alleen al het laten staan van de oevervegetatie in de eerste meter naast de sloot kan voor de biodiversiteit al heel wat opleveren.
In de akkerbouw zorgt een kruidenrijke rand langs de sloot, of het aanleggen van een akkerrand voor dekking en voedsel aan akkervogels als de gele kwikstaart, fazanten en patrijzengezinnen. Een voordeel van akkerranden is dat plaagbestrijdende insecten zoals loopkevers, spinnen, sluipwespen en zweefvliegen voedsel en dekking vinden in de akkerrand en zich van daaruit over het perceel kunnen verspreiden en bijdragen aan de natuurlijke plaagbestrijding van bladluizen en andere plaaginsecten. Het versterken van de groenblauwe dooradering op het bedrijf en in het omliggende landschap heeft daarmee ook een potentieel effect op het versterken van de natuurlijke plaagbestrijding, waarmee het gebruik van pesticiden verminderd kan worden. Kies bij voorkeur voor meerjarige akkerranden, zodat insecten in de akkerrand kunnen overwinteren en de akkerrand in de herfst en winter ook voedsel biedt voor akkervogels.