Melklab 2.0 – presentatie resultaten

Op 28 oktober vond bij Kaasboerderij De Deelen in Tijnje de presentatie van de resultaten van het onderzoek Melklab 2.0 plaats. Aanwezig waren deelnemende agrariërs, projectpartners, onderzoekers en mede financiers van het project. Allen werden welkom geheten door Alma den Hertog, voorzitter van NoorderlandMelk, een van de partners in het project. In haar welkomstwoord stipte zij kort het uitgangspunt van het onderzoek aan:

“Hoe kunnen we de gezondheidsaspecten van melk verwaarden en middels het rantsoen sturen op structureel hogere vetzuurgehaltes in de melk die een positieve invloed kunnen hebben op de gezondheid van de mens?”

Vervolgens nam projectleider Karin van der Toorn het woord. Namens Wietske van Dijk van Aeres Hogeschool nam Karin haar geplande presentatie over en legde kort uit hoe de statistische onderbouwing van het onderzoek tot stand is gekomen. Zij lichtte de onderzoeksmethodiek toe en toonde de gehaalde resultaten. Uit de analyses komt een positief verband tussen CLA in de geteste melk en kruideninname. Ook is een positief verband gevonden tussen vers gras en vetzuren in de melk. Mocht hier behoefte aan zijn, dan kan Wietske op een later moment wellicht zelf een digitale toelichting geven op het statistische deel van het onderzoek.

Rouveen Kaasspecialiteiten vertelde het één en ander over de smaakproeven met de rauwe melk van de bij het project aangesloten boeren en de kaas die hiervan is gemaakt. Het testpanel proefde in de melk duidelijk smaakverschil tussen de melk van de aangesloten boeren. In de vijf kazen die zijn gemaakt, was dit smaakverschil minder goed tot niet te proeven.

Vanuit het project is door een extern bureau een factsheet ontwikkeld, die werd gepresenteerd. Deze factsheet is bedoeld om aan agrarisch ondernemers en adviseurs duidelijk te maken aan welke ‘knoppen zij kunnen draaien’ om de vetzuurgehaltes in hun melk te verhogen en waar mogelijk te stabiliseren. In drie groepen werd de factsheet beoordeeld en bekritiseerd. De algemene indruk is zeer positief en er zijn waardevolle kritiekpunten geconcludeerd, die verder worden opgepakt en uitgewerkt. Daarna zal de definitieve factsheet worden verspreid.

Vervolgens kreeg voeradviseur Henry van Ittersum het woord. Bevlogen vertelde hij over het belang en de mogelijkheden van volledig grasgevoerde koeien. De conclusie uit zijn presentatie was: Hoe meer gras een koe vreet, hoe beter de verhouding in de vetzuren. Let hierbij goed op de aanwezigheid van goede kruiden en toevoegingen, zoals witte klaver, luzerne en lijnzaad. Ook zijn de hoeveelheden vitamine E, D en A van belang voor de gezondheid van de koe.

De algehele conclusie van de middag was, dat het onderzoek duidelijk heeft gemaakt dat de verhouding aan gezonde vetten/vetzuren te beïnvloeden is en aan welke knoppen gedraaid kan worden om positieve resultaten in de vetzuren te kunnen zien. Kritische kanttekening hierbij is wel de vraag “Hoe nu verder?” Catharinus Wierda van De Fryske neemt hiervoor het woord en vertelt over een mogelijk vervolgproject, waarbij de opgedane kennis zal worden toegepast, de vetzuren structureel en wellicht goedkoper kunnen worden geanalyseerd en meer wordt ingespeeld op het verkrijgen van regionale grondstoffen en voerrantsoen.

Begin december zal vanuit Living Lab Fryslân een verdiepende thema-avond worden georganiseerd, waarin ‘De verwaarding van grasmelk’ centraal staat. De heer Ton Baars, als wetenschapper verbonden aan Universiteit Utrecht, zal zijn wetenschappelijk onderzoek over de resultaten van aanpassingen in het voerrantsoen op de melkwaarden nader toelichten en er zal een boer aan het woord komen, die zijn wijze van verwaarding van grasmelk bevlogen zal presenteren. Verder worden de resultaten van het onderzoek Melklab 2.0 aan de aanwezigen gepresenteerd en is er gelegenheid om met elkaar verder over dit thema te discussiëren.

Hieronder een impressie van de middag: